Grootmoeder sprak al wijs: angst is een slechte raadgever. Toch leven wij continu in angst. Angst om te sterven op één van de talloze moderne manieren die vroeger helemaal niet bestonden. Onze vroege voorouders werden niet overreden door een auto, kregen geen Aids, geen gekke koeienziekte, geen prostaatkanker, geen borstkanker, geen Covid-19, geen dioxinevergiftiging en geen vogelgriep. Ook hadden ze geen last van fijn stof in de lucht, geen DDT in hun bloed, geen huidkanker, geen SARS en zelfs geen last van terroristische dreigingen. Het zijn allemaal dingen waar wij, als we de media moeten geloven, enorm angstig voor moeten zijn. Maar is dat wel zo terecht?
Fobieën
Natuurlijk zijn er mensen met fobieën, die panisch kunnen worden bij het zien van een spin, of bij de gedachte dat er een huisstofmijt in de kamer los rond wandelt. Maar de meeste nuchtere mensen hebben geen fobie. Toch worden we dagelijks bestookt met pleidooien dat de overheid “iets moet doen” tegen één van al die dingen waar we zo bang voor moeten zijn.
Dat onze voorouders geen last hadden van al die enge dingen is eenvoudig verklaarbaar. Ten eerste was de kindersterfte dusdanig hoog dat je al een sterk lichaam moest hebben wilde je tot die 50 procent behoren die de eerste vijf jaar levend doorkwam. En dan nog, het leven was dusdanig slecht dat iemand van zestig als stokoude man werd gezien. De meeste van onze voorouders haalden de veertig niet. Het mag wonderbaarlijk heten dat we in een goede honderd jaar zó veel vooruitgang hebben bereikt dat we iedereen die sterft voor zijn zeventigste als “te vroeg overleden” kunnen beschouwen. Die goede oude tijd was zo best niet.
Technologie
Daarnaast is de communicatietechnologie zo ver gevorderd dat nieuws van de andere kant van de wereld hier rechtstreeks te volgen is, en dat via talloze kanalen. Er hoeft maar een gans een verkoudheid op te lopen in Zuidoost Siberië, en wij kunnen de hokken klaarmaken als voorbereiding op een eventuele kippenziekte. Een busongeluk in Japan staat hier de volgende dag, inclusief foto’s, in de krant, en binnen drie minuten op social media.
Het nare van die media-aandacht is dat slecht nieuws de wereld altijd tien keer sneller rondgaat dan goed nieuws. Dus worden we van alle kanten bestookt met ongelukken, rampen en doemscenario’s. Het vereist welhaast een olifantenhuid om door al die ellende de grote lijnen te kunnen zien, en die zijn meestal juist verassend positief.
U wordt vrijwel zeker ouder dan uw eigen ouders. En uw kinderen zullen u vrijwel zeker allemaal overleven, om op hun beurt nog weer ouder dan u te worden (* voor gevaccineerden kán dit anders zijn).
De kans op een verkeersongeval in Nederland is de afgelopen dertig jaar met tweederde gereduceerd, terwijl u in één jaar van uw leven met gemak meer kilometers aflegt dan uw grootouders in hun hele leven hebben gereisd.
De kans om te sterven bij een terroristische aanslag is, tenzij u een bekende Nederlander bent met een duidelijke mening, vrijwel nul en ontelbaar veel kleiner dan de kans dat u morgen overlijdt aan de gevolgen van een val van de trap.
Waarom dan toch die angst? Angst is behalve een slechte raadgever, zoals oma terecht opmerkte, vooral ook een gouden handel. Voor ieder nieuw soort dreiging zijn er tallozen die fors geld kunnen verdienen.
Angst als verdienmodel
Nu is er natuurlijk helemaal niets mis met geld verdienen. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat degene die geld verdient vrijwel altijd iemand is die iets positiefs geeft aan de maatschappij. Als zo iemand namelijk niks positiefs zou bijdragen zou hij of zij geen stuiver verdienen. Er is eigenlijk maar één uitzondering, en dat is als iemand geld verdient middels de overheid. Dan is er namelijk geen verband tussen de positieve bijdrage en de hoeveelheid geld die iemand krijgt.
Nu is het juist de overheid die leeft bij de gratie van de angst. De eerste koningen werden aangesteld omdat zij in staat bleken te zijn om hun grondgebied en bevolking te beschermen, meestal tegen andere volkeren, vaak ook tegen criminelen en geboefte. Uiteindelijk is daar na een lang proces onze hedendaagse “democratische” overheid uit voortgevloeid. Die in feite nog steeds diezelfde doelen dient als de eerste koning: boeven en vijandelijke legers afschrikken.
Maar ondertussen zijn daar een hele hoop “vijanden” bijgekomen. Van bacteriën en virussen tot hard rijdende automobilisten, bij ieder gevaar wordt een beroep gedaan op koning Overheid. Die vindt dat natuurlijk helemaal niet erg. Hoe meer men een beroep doet op de overheid, hoe meer macht de overheid krijgt.
Vijanden bedenken
Zonder vijanden heb je als overheid weinig te doen. Dus werden na de val van de Berlijnse muur onder anderen de Golfoorlog, de Balkanoorlog en het moslim-terrorisme uitgevonden als motivatie om de geheime dienst en het leger op peil te houden. En nu moeten we weer bang zijn voor die vreselijke Russen die voor je het weet hier in Nederland zullen rondmarcheren.
Na de komst van steeds veiligere auto’s werd het “te snel rijden” als vijand geïdentificeerd om de boete-inkomsten te vergroten. AIDS werd een vijand zodat de seksuele moraal onder controle kon worden gehouden, zure regen om de industrie als vijand te bestempelen, fijnstof om de automobilisten tot vijand te maken, klimaatverandering om de vooruitgang te remmen, langzaam maar zeker worden allerlei vijanden gecreëerd om de angstbeelden onder de bevolking maar in stand te houden. En zo de macht van de overheid telkens uit te breiden.
Vraag creëren
In de marketing is het bekend dat je een vraag uit de markt niet alleen kunt invullen, maar ook kunt creëren. En dát is exact het gene wat men doet als men angsten aanwakkert. Het creëren van een vraag naar een overheidsoplossing.
Er is natuurlijk helemaal geen vraag naar regelgeving over het ophokken van kippen. Totdat er een angst wordt aangewakkerd over een eng soort ziekte. Dán willen mensen dat er maatregelen komen. En onze redder is altijd nabij, in Den Haag zetelen de barmhartige Samaritanen die problemen met overheidsgeld oplossen. Dat is natuurlijk uw geld, maar dat detail wordt voor het gemak maar vergeten. Overheidsgeld klinkt zo lekker anoniem.
De meeste pyromanen werken bij de brandweer, de meeste veroorzakers van problemen werken op ministeries. Het schept werk, het houdt de eigen instantie in leven, en met af en toe een leuk onderzoekje dat onderstreept dat de problemen niet minder worden is er een goede kans dat de financiering nog wordt verhoogd ook.
Zo is het niet gek dat gesubsidieerde onderzoeksinstituten altijd tot de conclusie komen dat er meer onderzoek nodig is. Dat beleidsmedewerkers altijd wel een probleem vinden dat nog niet voldoende is opgelost. En dat gesubsidieerde lobbygroepen altijd wel weer een probleem weten te vinden waar nou juist zij een goed, en vooral goed gesubsidieerd, onderzoek naar moeten doen.
Stop de angst
En zo lang de bevolking zich de angst laat aanpraten blijft er altijd voldoende draagvlak voor de overheidsoplossingen. Dat is het mooie van democratie, de wil van het volk. Angst aanjagen is immers de ideale manier om de volkswil exact die kant op te laten gaan die je wilt als politiek.
Er blijven maar een paar kleine vraagjes over: welk probleem heeft de overheid ooit echt opgelost? Welke angst is ooit weggenomen? En zijn die angsten wel zo reëel?
Zou het niet beter zijn om weer eens realistisch te kijken naar al die angsten die ons worden aangepraat? Dan komt een verstandig mens al snel tot de conclusie dat het verstandiger is om niet mee te gaan in al die angsten. En dat leeft wel zo lekker.
Belangrijk
Vond je dit artikel leuk om te lezen?
Volg deze link, en doe een éénmalige donatie of wordt vaste donateur! Eeuwige dank zal jouw deel zijn, en het maakt nieuwe artikelen mogelijk.
0 reacties
1 pingback