Overal ter wereld zijn politici te vinden, zoals overal ter wereld parasieten te vinden zijn, en overal ter wereld reageren ze allemaal precies hetzelfde. Je vraagt jezelf wel eens af: “Welk genetisch defect moet een mens hebben om succesvol politicus te kunnen worden?”
Het eerste wat een politicus altijd doet, nadat hij een mooi pak heeft aangetrokken en naar de kapper is geweest, is dingen beloven. Hij belooft om de armoede te bestrijden, om de files op te lossen, om de pensioenen te verhogen, afhankelijk van de lokale omstandigheden wordt er van alles en nog wat beloofd. Vervolgens worden die beloftes natuurlijk niet waargemaakt. Dat kán ook helemaal niet, want om problemen op te lossen moet je dingen produceren, en dat is nou net iets wat politici nooit doen. Uitgezonderd hele grote bergen papier natuurlijk, maar met papier kun je geen magen vullen, geen weg bouwen en geen bejaarde een gelukkige oude dag bezorgen.
Armoede
Armoede bijvoorbeeld is geen probleem van een slechte verdeling onder de mensen, het is hoofdzakelijk een probleem van te weinig productie. Waar te weinig voedsel wordt geproduceerd komt hongersnood. Wonen er teveel mensen in een land om alle monden te voeden, dan moet je iets gaan produceren waarmee je voedsel kunt kopen. Dat laatste wil een politicus nog wel eens begrijpen, zodat hij opdracht geeft om héél veel bankbiljetten te drukken. Weer papier dus, géén oplossing.
Maar politici zijn nooit in staat om echte dingen te produceren, anders waren ze namelijk wel fabrikant geworden, of boer. Dat geldt uiteraard ook voor al hun ambtenaren. En zo lang er geen groei is in productie, zullen problemen niet worden opgelost.
Afpakken
Dus beloven politici om dingen af te pakken van anderen. Da’s een prima strategie natuurlijk, want zolang het een ander is die wordt bestolen hoor je mensen niet klagen. Zo worden er kleine, niet al te helder geformuleerde groepjes aangewezen die de spreekwoordelijke sigaar zijn. “De rijken” bijvoorbeeld, altijd een leuke groep om aan te pakken. Of “de Joden”, “de aso’s”, “de moslims”, “de profiteurs”, dat soort groepen worden, afhankelijk van tijd en plaats, met graagte aangepakt door politici.
Uiteraard levert dat zelden tot nooit resultaat op. Als Jantje steelt van Pietje, dan worden ze samen niet rijker. En als Jantje tijdens de diefstal ook nog wat vernielingen aanbrengt, dan worden ze per saldo samen zelfs armer. Zo werkt het natuurlijk ook in een land. Als “het volk” geld of goederen mag stelen van “de rijken”, dan wordt de totale bevolking daar niet beter van. Als die diefstal, of belastingheffing zo u wilt, dan ook nog gepaard gaat met allerlei kosten, zoals het salaris van de belastinginspecteur en de gewapende mannen die hij achter zich heeft staan, dan is het gevolg duidelijk: als geheel wordt de samenleving armer.
Hadden die belastinginspecteur en zijn agenten echter een eerzaam beroep verkozen, en was men bijvoorbeeld een boerderij begonnen, dan had men juist iets toegevoegd aan de samenleving als geheel. Het klinkt allemaal héél simpel, en dat is het natuurlijk ook. De stelregel gaat altijd op: zelf produceren is goed voor de samenleving, iets afnemen van anderen is slecht.
Waarom het verkeerd gaat
Daarom zie je het ook altijd verkeerd gaan, daar waar te veel gestolen wordt van het productieve deel der natie. Dit proces wordt altijd in gang gezet door politici, omdat ze de simpele stelregel weigeren toe te passen. Logisch ook, want die heeft als consequentie dat ze zullen moeten gaan werken voor hun geld. En dat was nou net even niet de bedoeling.
Geld afnemen van delen van je eigen bevolking bevordert de rijkdom dus niet in een land. Dan blijft er natuurlijk een oplossing over: je steelt het gewoon bij een buurland. Talloze oorlogen hebben in het heden en verleden laten zien tot wat voor soort barbaarse wreedheden dit kan leiden. Maar iets toevoegen aan de welvaart doet het niet.
Hebben we ze wel nodig dan?
Maar waar hebben we dan eigenlijk politici voor nodig? Om leiding te geven aan een land? Goed, daar zou je inderdaad een Minister-president voor kunnen gebruiken. Veel werk hoeft dat niet te zijn, een bedrijf als Philips heeft ook slechts een paar man in de Raad van Bestuur zitten, en die bewaken dan ook alleen de hoofdlijnen. En terecht, meer hoeven ze niet te doen. De president-commissaris van Philips hoeft echt niet te weten hoe je een gloeilamp maakt en hoeft zich al helemaal niet te bemoeien met de productontwikkeling. Zo zou ook een president van een land zich niet moeten bemoeien met wat een dokter aan het bed van zijn patiënt doet of mag doen.
Alleen al in Nederland hebben we een gigantisch leger van meer dan een miljoen ambtenaren die niets anders doen dan leven op kosten van mensen die wél nuttig bezig zijn. Plus hun gevolg natuurlijk, van miljoenen mensen die op andere manieren uit de staatsruif eten. Als we die mensen nou eens gewoon productief konden laten worden, dan waren er geen politici meer nodig. Dan zouden er namelijk alleen nog luxe-problemen bestaan. En dat zijn problemen die mensen prima zelf kunnen oplossen.
Belangrijk!
Vond je dit artikel leuk om te lezen?
Volg deze link, en doe een éénmalige donatie of wordt vaste donateur! Eeuwige dank zal jouw deel zijn, en het maakt nieuwe artikelen mogelijk.
Geef een reactie